“Verkiezingsretoriek.” “Een minister onwaardig.” “Onzin.” Een greep uit de reacties op het voorstel van minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem om de variabele beloning van topbestuurders te beperken tot maximaal 20 procent.

Dijsselbloem opperde donderdag het idee om de bonussen bij beursgenoteerde bedrijven aan banden te leggen, net als in de financiële sector. Hij vindt de voorstellen van de commissie-Van Manen, die nu bezig is een vernieuwde gedragscode op te stellen voor het bedrijfsleven, te slap.

Vakbond FNV schaart zich achter Dijsselbloem. “Wij pleiten hier al jaren voor,” zegt José Kager, woordvoerder bij FNV. “Sterker nog: wij vinden dat topbestuurders onder een cao zouden moeten vallen, zodat de beloningsverhoudingen in een bedrijf een beetje normaler worden.”

Verkiezingsretoriek

Maar het plan van de minister van Financiën kan op weinig steun rekenen uit het bedrijfsleven. “Verkiezingsretoriek,” vindt de Nederlandse vereniging van Commissarissen en Directeuren (NCD). De organisatie “betreurt” het dat Dijsselbloem stelselmatig zijn peilen richt op “de toppers” uit het bedrijfsleven.

“Kennelijk naderen we de verkiezingstijd en dan is het makkelijk om zo’n onderwerp weer eens uit de kast te halen. Want anders doet de SP het wel, nietwaar?”, aldus de NCD. “Stemmingmakerij hoort bij de verkiezingstijd, maar realiseer je dan wel dat je en passant een overweldigende meerderheid welwillende en bewuste bestuurders over dezelfde kam scheert. En dat is een minister onwaardig!”

Werkgeversbond VNO-NCW is eveneens kritisch. "Je kunt geen percentage noemen, want bonussen zijn maatwerk per bedrijf. Het is aan aandeelhouders en een raad van bestuur om maatschappelijke belangen en internationale belangen af te wegen," zegt woordvoerder Edwin Scherrenburg. "Wat ik me afvraag is: schrijft hij dit als PvdA-er of als minister? De timing is wel interessant, nu de verkiezingen naderen."

Afschrikeffect multinationals

Errol Keyner, adjunct-directeur van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB), is het principieel oneens met het voorstel van Dijsselbloem. "Wat zich afspeelt tussen een onderneming en haar aandeelhouders gaat een minister van Financiën niets aan."

Hij denkt dat het beperken van de variabele beloningen Nederland minder aantrekkelijk maakt als vestigingsplaats voor multinationals. "Ondernemingen vinden toch wel een creatieve vluchtroute. Ze kunnen een bestuurder op een buitenlandse loonlijst zetten. Of nog erger: ze gaan de vaste beloningen verhogen. Zo zet je Nederland buitenspel. Als je hier iets aan wilt doen, doe dat dan op z'n minst op Europees niveau."

Datzelfde punt benadrukt ook Van Scherrenburg van VNO-NCW: "Je moet buitenlandse bedrijven niet afschrikken met vaste beloningen. Ze hebben Nederland twee miljoen banen gebracht."

Kloppen de cijfers?

Een fundamenteler bezwaar is of de cijfers die Dijsselbloem aanhaalt wel kloppen. Volgens de minister blijven de bonussen in het bedrijfsleven groeien (4,25 procent in 2015), terwijl ze in staatsbedrijven en in de financiële sector wel aan banden zijn gelegd.

De variabele beloning van topbestuurders zou nu anderhalf keer zo hoog zijn als de vaste beloning. Sinds de jaren negentig is de gemiddelde topbeloning ten opzichte van het minimumloon meer dan verdubbeld, aldus Dijsselbloem. Gevolg is dat topmannen bij Ahold of Heineken meer dan honderd keer zoveel verdienen als de gemiddelde werknemer.

Maar uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt juist dat het gemiddelde jaarloon van de vijfhonderd meest verdienende bestuurders in het bedrijfsleven de afgelopen vijf jaar met 18 procent is gedaald. Het gemiddelde cao-loon steeg tussen 2010 en 2014.

Ook de NCD trekt de bewering van Dijsselbloem in twijfel. "Wij hebben de indruk dat de gemiddelde beloningen aan de top eerder zijn gedaald dan gestegen."

Kopersstaking

Dat Dijsselbloem ervoor pleit om de 20-procentsgrens die geldt voor (semi-)staatsdeelnemingen ook door te voeren voor private bedrijven is volgens Kilian Wawoe een vergelijking die mank gaat. Wawoe vertrok in 2010 als personeelsmanager bij ABN Amro uit onvrede over de bonuscultuur en doceert nu aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

"Er is een verschil tussen private bedrijven en bedrijven met een publieke functie", aldus Wawoe. "Bij die laatste betaalt de burger als iets misgaat. In de vrije markt niet. Als we het echt zo erg vinden wat bedrijven doen, hebben we een veel sterker machtsmiddel in handen: de kopersstaking."

Bij een kopersstaking of consumentenboycot zien consumenten massaal af van het aanschaffen van producten of diensten van een bepaald bedrijf. Wawoe memoreert de controverse rond de bonus van Ahold-topman Anders Moberg. Het supermarktbedrijf bond in nadat mensen hun boodschappen elders gingen doen. "In de publieke sector kan zoiets niet. Je kan niet zeggen: 'Ik ga niet naar het ziekenhuis'."

Dat neemt niet weg dat Wawoe de variabele beloning een perverse prikkel vindt. "Ik vind het een onverstandige methode om te motiveren, maar dat is geen goede reden voor een wet. Heineken blaast zichzelf maar lekker op."